Aangeboren doofheid bij witte katten.

Aangeboren doofheid bij de Witte Kat 
 
 
De compleet witte kat is een oogverblindende schoonheid, maar er kleven wel wat
nadelen aan de schitterend witte jas.
Het is niet een alledaagse "kleur". In de vrije natuur is een witte jas wat minder
geslaagd. De witte jas biedt namelijk weinig of geen bescherming tegen je vijand en
als roofdier ben je ook in het nadeel in je witte jasje. In een groen-bruin gekleurde
omgeving valt wit nu eenmaal veel te veel op. Alleen in gebieden waar een langere
periode sneeuw ligt en de omgeving even wit is als jijzelf kun je als dier gemak hebben
van je witte jas. 
Al in de oudheid was bekend dat witte katten meestal doof waren. Ze werden daarom
in het algemeen ongeschikt gevonden als huisdier. De huiskat had vroeger vooral de
taak om muizen te vangen. Een dove kat is niet de beste muizenvanger en werd
daarom niet echt geaccepteerd als huisdier.
Tegenwoordig heb je als huisdier alleen nog als taak gezelschap houden en liefde
geven en daarbij ondervind je geen hinder van je witte jas.
 
 
Wat veroorzaakt de witte vacht ?
 
Evenals bij verschillende andere diersoorten wordt ook de witte kat in verband
gebracht met het optreden van een aangeboren gehoorstoornis in combinatie
met de afwezigheid van pigment. Deze "doofheid" wordt vooral geconstateerd bij
witte katten met blauwe ogen.
Algemeen wordt aangenomen dat de witte vachtkleur twee verschillende
oorzaken kan hebben, albinisme of leukisme. 
 
Albinisme
In het geval van albinisme is het dier homozygoot voor cc (C staat voor Full of
Complete Colour), dat er voor zorgdraagt dat er in het geheel geen pigment Wie mooi moet zijn …. (Pigmentsyndromen  3
gevormd wordt. Een bekend fenomeen zijn de zogenaamde "rode ogen", het
doorschemeren van de bloedvaten door de geheel pigmentloze iris. 
 
Leukisme
Bij leukisme is er sprake van een autosomaal dominant erfelijk gen, W, dat de
witte vacht veroorzaakt. Er bestaat echter nog altijd een mogelijkheid om
pigment aan te maken, waardoor de ogen normaal van kleur zijn.
De eigenschap om pigment in het oog aan te maken wordt toegeschreven aan
de buitenste wal van de oogblaas, terwijl de rest van het pigment, met name
voor de vacht, afkomstig is van de neurale lijst. 
Er zijn verschillende theorieën over de werking van het W-gen, maar algemeen
wordt aangenomen dat het gen invloed heeft op de neurale lijst en dat er een
samenhang is met erfelijke doofheid.
Het W-gen is autosomaal dominant over kleur en is niet gerelateerd aan het
albino-gen. Sommige witte katten met het W-gen worden geboren met een
kopvlek, die op latere leeftijd verdwijnt. In tegenstelling tot honden lijden witte
katten met een homozygotie voor W niet aan visuele afwijkingen of
voortplantingsproblemen.
 
Mate van doofheid
Hoewel het W-gen leidt tot een volledig witte vacht (100% penetrantie) kan dit
niet gesteld worden voor de optredende doofheid. Er bestaan een drietal
mogelijkheden en wel de volledig horende kat, de compleet dove kat (bilaterale
doofheid) en de kat die slechts aan één oor doof is (unilaterale doofheid).
Een kat die slechts aan één oor doof is ondervindt daarvan hinder. Zij heeft
moeite de bron van het geluid te lokaliseren, maar zij zal dit zeer snel leren te
compenseren. Een dier dat aan beide oren doof is ondervindt een grote hinder.
Het dier is niet in staat op gevaarlijke situaties te anticiperen, de naderende
motor wordt niet gehoord evenals de naderende vijand. Dit kan uiteraard leiden
tot onnodige verwondingen of zelfs een voortijdige dood. Wie mooi moet zijn …. (Pigmentsyndromen  4
Het dier kan zich in een huiselijke omgeving goed aanpassen en zo een
"normaal" genoeg leven leiden. In de natuur is het dier echter volslagen
kansloos.
 
 
Onderzoek
 
Onderzoek bij dieren naar doofheid stamt al uit 1896 (Rawitz) en betrof de
Dalmatiër. Gebleken is dat de doofheid zich pas ontwikkelt na de eerste paar
weken na de geboorte. Bij Dalmatiërs is dat in de 3e-4e week na de geboorte.
De oorzaak van de degeneratie is niet bekend, maar gaat gepaard met de
afwezigheid van melanocyten (pigmentcellen). De hersenfunctie van dove dieren
is verder normaal, afgezien van het verlies van de gehoorfunctie.
Veel minder is er bekend over het voorkomen van aangeboren doofheid bij
katten. Soms wordt beweerd dat het percentage aangeboren doofheid het
laagste percentage van alle huisdieren zou zijn (Strain, February 1991).
Slechts weinig kattenrassen staan bekend vanwege het feit dat zij doofheid
vererven. In principe zijn de enige katten die last hebben van aangeboren
doofheid of dit in haar erfelijk materiaal meedragen, die katten die het dominante
gen W bezitten. Tevens bestaat de mogelijkheid dat katten die het dominante
gen S voor de witte vlekken (piebald) hebben, eveneens een aanleg voor
aangeboren doofheid kunnen hebben. Tot op heden is hierover echter geen
materiaal beschikbaar.
Er is weinig bekend over het voorkomen van doofheid bij witte katten per
specifiek ras. Wel is er onderzoek gedaan naar witte katten in het algemeen en
daaruit bleek dat van de 256 katten 12,1 % unilateraal doof was en 37,9 %
bilateraal of geheel doof was. Dus de helft van de katten leed aan een vorm van
aangeboren doofheid ! Bij katten die voortkwamen uit een kruising met twee
witte ouders was het percentage zelfs tussen de 52 en 96 % ! Algemeen wordt Wie mooi moet zijn …. (Pigmentsyndromen  5
gesuggereerd dat raskatten een lager percentage doofheid hebben dan niet-
raskatten. Dit wordt echter geenszins ondersteund door enig onderzoek.