Geschiedenis van de Maine coon



Het kattenras Maine Coon is het grootste kattenras ter wereld. En dan niet zozeer qua aantal raskatten, waar ze ook wel een eind mee komen, maar wel qua afmeting en gewicht van de Maine Coons zelf. Een kater kan zelfs een kilo of 8-9 wegen, natuurlijk in gezonde conditie.

Hoewel de naam nog wel eens verkeerd gespeld wordt zoals Main Coon is het toch echt Maine Coon. Aangezien het eerste deel van de naam, Maine, vernoemd is naar de staat Maine uit de Verenigde Staten.

De Maine Coon heeft ook een erg natuurlijk uiterlijk, dit komt bijvoorbeeld door de vaak gestreepte vacht in bruin of zilver. Natuurlijk zijn er ook allerlei patroon en kleurvarianten zoals bijvoorbeeld een effen Maine Coon.

Wat ook voor het natuurlijke uiterlijk zorgt zijn de halflangharige vacht, volle staart, een kraag en bij een groot deel van de Maine Coons ook pluimpjes op de oren.
Dit alles maakt het dus dat de Maine Coon er niet uitziet als een speciaal gefokt ras zoals sommigen met een stompe neus of geheel naakt.

Qua karakter is het ook een geschikte gezelschapskat, Maine Coons zijn over het algemeen goed gehumeurd, intelligent, houden wel van wat spelen, zijn verdraagzaam met mensen en andere dieren en doen meestal ook geen vlieg kwaad. Al moet dat laatste natuurlijk niet te letterlijk genomen worden.
Ook zijn Maine Coons vaak erg nieuwsgierig en willen daarom bij van allerlei dingen neuzen en met je meelopen en ze zijn zo af en toe ondeugend door bijvoorbeeld stiekem iets te jatten.
Verder is de Maine Coon niet een echt prater en mauwen ze meestel enkel wanneer ze bijvoorbeeld door een deur willen of wat eten verwachten. Natuurlijk zijn er uitzonderingen die hele verhalen hebben.

Historie
De Maine Coon behoort tot het oudste natuurlijke kattenras van Noord-Amerika. De eerste Maine Coon katten werden aangetroffen in en rond de staat Maine in het gebied New Engeland. Dit gebied bestaat uit de staten Maine, New Hampshire, Massachusetts, Rhode Island en Connecticut. Hier komt ook het eerste gedeelte van de naam vandaan, namelijk Maine.

Over het ontstaan van de Maine Coon zijn veel verschillende en interessante theorieën. Ondanks dat er in de 19e eeuw al Maine Coons rondliepen en het vroeger al een erkend ras was bestaat het ras Maine Coon officiëel pas weer sinds 1976 in de Verenigde Staten en sinds 1983 is het in Europa voor het eerst erkend. Vroeger, tot 1980, werden deze katten gewoon katten van Maine en Coon Cat genoemd. Onder druk van vele mensen in de VS en na veel werk door familie Gangster (cattery Scarborough) werd de naam veranderd in Maine Coon Cat.

Voor een gouverneur van een staat in de VS is het normaal om een officiele staat boom, bloem of vogel te benoemen. Maar hoeveel staten hebben een officiële kat? In Maine is de Maine Coon inmiddels de officiële Maine State Cat.
Theorieën
Vikingen
Aangezien de Maine Coon en de Noorse Boskat veel overeenkomsten met elkaar vertonen is de theorie ontstaan dat de Vikingen een rol in het ontstaan van de Maine Coon hebben gespeeld. Dit aangezien de Vikingen uit Scandinavië kwamen, waar de Noorse Boskat ook vandaan komt. Het is goed mogelijk dat de voorouders van de Noorse Boskat door de Vikingen zijn meegenomen naar Scandinavië op hun terugtochten vanuit de gebieden rond het huidige Turkije en Midden-Oosten.

Wodan was de machtigste god, die van oorlog en storm. Zijn vrouw de zonnegodin Freija beschermde het huis, bestrafte diegenen die niets deden en beloonde diegenen die veel werk deden. Ze reed op een everzwijn of op een wagen die werd getrokken door twee katers.

Het is dan ook erg aannemelijk dat de katten door de Vikingen vereerd werden en meegingen aan boord bij de rooftochten over de hele wereld. Buiten dat zullen de katten ook zijn meegenomen om de muizen en ratten op de schepen te bestrijden om zo het voedsel te beschermen. Zeker namen ze katten mee als een stuk land hun aanstond en ze de vrouwen en kinderen ophaalde om zich er te vestigen. Ook op de Noordoostkust van Amerika stichtten de Vikingen kleine nederzettingen. In de staat Maine vond men een Noorse munt uit de regeerperiode van Olav de Kyrre (1067 - 1093 n. Chr.).


Wasbeer
Al sinds de 17e eeuw vertellen de oude Noord-Amerikaanse vallenzetters en pelsdierjagers een verhaal dat als volgt gaat. Een wasbeer werd verliefd op een wilde boskat. Zijn gevoelens werden beantwoord en als resultaat kregen ze een nestje Maine Coons.

Lange tijd hebben mensen gedacht dat de Maine Coon een kruising was tussen de verwilderde katten en de wasbeer. Dit komt waarschijnlijk omdat de Bruin Gemarmerde Maine Coon, die destijds het meeste voorkwam, naast de imposante bouw en een ietwat verwilderd uiterlijk ook een volle 'geringde' staart had. Een wasbeer heeft een soortgelijke staart en ook qua kleuren heeft het wel wat van elkaar weg.
                             
 
 
Doordat men in het Engels een wasbeer een Raccoon noemt, is het mogelijk dat hiervan de naam Coon is afgeleid. Helaas voor diegenen die dit een leuke theorie vinden weten we nu, door de technieken van tegenwoordig, dat de kruising tussen een kat en een wasbeer genetisch en biologisch onmogelijk is.


Wilde katten
Ook werd gedacht dat de katten meegebracht uit andere werelddelen zich gekruist zouden hebben met kleine wilde inheemse Amerikaanse katten zoals de Bobcats. Waarschijnlijk door de pluimpjes op de oren en pluimpjes tussen de tenen bij de Maine Coons die overeenkomen met de Bobcat, is deze theorie ontstaan. Ook is het zo dat een Bobcatkitten erg veel lijkt op de Maine Coon kittens.
                             
 
Kapitein Coon
Een andere verklaring voor de naam Coon is de volgende. In het kustgebied van en rond Maine heeft volgens verhalen een kapitein genaamd Coon handel gedreven. Deze Engelse handelskapitein had een aantal langharige Angorakatten, die toen erg populair waren, meegebracht uit Engeland en was daar erg op gesteld. Deze katten nam hij overal waar hij aan land ging mee. Aan boord en aan land vermenigvuldigden de katten zich en wellicht ook in combinatie met de Russische Langhaar en de Engels Korthaar. Het is niet onwaarschijnlijk dat de katten van Coon in contact met inheemse katten tijdens de perioden op land of daar zelfs achterbleven. Toen er later nestjes langharige katten in Maine verschenen, zeiden de eigenaren dat dat Coon-katten waren.


Marie Antoinette
Weer een andere theorie hoe de Maine Coon ontstaan zou zijn is deze over Marie Antoinette. Tijdens de Franse Revolutie lag er een schip in de Franse haven klaar om Marie Antoinette en de rest van de koninklijke familie veilig naar Amerika te brengen. De keuze voor Maine lag voor de hand aangezien de Franse invloed daar nog steeds erg groot was. De kapitein van het schip was kapitein Clough. Het vluchten is de koninklijke familie niet gelukt, maar al de bezittingen waren al wel ingeladen in het schip welke alvast vooruit gevaren was. Naast de meubelen, kleding etc. waren er ook zes langharige katten van de koningin aan boord. Er zijn geen bewijzen zijn dat dit Angora katten waren, maar Marie Antoinette had wel een grote voorliefde voor langharige katten. Ook is het bekend dat de Angorakat destijds in Frankrijk zeer populair was onder de welgestelde mensen, wat ook te zien is op vele schilderijen.

Na de onthoofding van Marie Antoinette in Frankrijk heeft niemand de spullen opgeëist, waardoor de spullen evenals de katten in Maine bleven.



Koloniale Tijd
Ook is het mogelijk dat zeelieden en kolonisten de Turkse Angora en andere langharige katten als de Engelse langhaar hebben meegebracht naar Amerika en deze zich vermengd hebben met de daar aanwezige of andere meegebrachte katten.

In de koloniale tijd bestond er namelijk een grote zeehandel tussen Europa, het Verre Oosten en de Nieuwe Wereld. De schepen gingen meestal via Boston langs de staat Maine en namen katten mee hoofdzakelijk voor de rattenvangst. De havendorpjes in Maine waren vrij geisoleerd en de katten populatie was klein. Bij reparatiewerkzaamheden gingen de katten ongetwijfeld aan wal. De katten die achterbleven vestigden zich, zoals veel thuisloze en verwilderde katten nu ook nog doen, langs de kusten.

Uit inventarislijsten blijkt dat er door de Engelsen die in Amerika kwamen wonen, katten werden meegenomen per schip. Aangezien de langharige katten destijds door de meeste mensen als een luxe en mooi huisdier gezien werden is het waarschijnlijk dat er relatief meer langharige katten mee gingen met de oversteek dan kortharigen. Ook zullen door de strenge winters meer langharigen dan kortharigen in leven zijn gebleven. Deze meegebrachte langharige Engelse katten waren de voorouders van het ras wat nu de Pers is, maar hadden nog lang niet zo'n kortneuzig type als tegenwoordig.

In de havens Maine was de Maine Coon in de achttiende eeuw al een algemene verschijning.
 
Evolutie
Of het nu de Vikingen, Kapitein Coon, Marie Antoinette, zeelieden of de kolonisten waren, feit is dat er allerlei verschillende soorten katten van andere werelddelen naar Amerika gebracht zijn en zich daar vermengt hebben.

Het meest voor de hand liggend is dan ook dat de Maine Coon ontstaan is uit kruisingen tussen de (half)langhaarkatten die later zijn meegebracht uit de andere werelddelen en zich vermengd hebben met de daar al inmiddels al levende (verwilderde) kortharige katten, die al veel eerder aan land gebracht waren. Het is dus goed mogelijk dat een combinatie de theorieën mede het ontstaan van de Maine Coon bepaald heeft.

De intensieve zeehandel in combinatie met de in de omgeving van de havens gelegen boerderijen vormden de perfecte omstandigheden voor de ontwikkeling van de Maine Coon. De katten leerden zich aan te passen aan het ruige en koude klimaat in dit gebied en te overleven. Hier waren korte zomers en lange koude winters met dikke pakken sneeuw en konden de temperaturen verschillen van -30 tot +35 graden.

De natuur selecteerde op de grootste, sterkste, slimste en zodoende beste jagers om te overleven. Hierdoor kregen ze hun volle vacht en hun lange volle staart die ze om zichzelf heen kunnen slaan tijdens het oprollen om zichzelf te beschermen tegen de koude winters. Ook zijn de oren beter beschermd door de pluim op de oren en de haren aan de binnenkant aan de oren. Verder hebben ze ook grote ronde poten voorzien van pluimpjes, wat helpt in de ongelijke terreinen en dienen als sneeuwschoenen. De grote ogen en oren waren ook handig om te overleven, aangezien ze het zicht en gehoor vergrootten. Door de sterke en lange spieren kunnen ze ook goed prooien vangen en water uit de riviertjes en meertjes slaan.

Zo ontstonden uit de eens gestrande scheepskatten een gezonde werkkat met een weerbestendige vacht en veel reservekrachten, namelijk de Maine Coon.
 
Boerderij
Voor de mensen in Maine was de Maine Coon op een gegeven moment een algemene verschijning op de boerderijen. Omdat deze kat een uitstekende muizenvanger is, werd hij een graag geziene gast op de boerderijen om te helpen bij het bestrijden van de muizen en ratten. Als dank hiervoor werd hem onderdak en soms een dagelijkse portie melk aangeboden. In die tijd gewoon was dat nog gewoon, maar inmiddels weten we dat het voor veel katten slecht is als ze melk krijgen. Voor het verdere voedsel moesten ze dan zelf maar zorgen in de vorm van bijvoorbeeld de muizen.

Doordat de katten hier een erg natuurlijk leven hadden en zelf partners konden uitzoeken bleven hun nakomelingen mooi en sterk. En doordat de mens nog weinig invloed had bleven ook enkel de sterke katten leven en zorgen voor nakomelingen.

Voor de mensen in Maine die al zo lang de Maine Coon katten hadden, kwamen zij niet op het idee dat deze katten erg bijzonder waren. Pas toen de rage voor langharige katten in het Westen toesloeg, dachten zij aan het verkopen van hun katten. Op dat ogenblik was Maine rijk aan mooie exemplaren en dan met name Bruin Gemarmerde Maine Coons.
 
Verdwenen
Rond 1900 werden ineens de geimporteerde kattenrassen een statussymbool. De rassen zoals Siamezen en Persen werden door de keurmeesters hoger gewaardeerd zorgden ervoor dat de Maine Coon langzaam naar de achtergrond werd geduwd.

De laatst bekende overwinning was toen een langharige blauwe Maine Cat de eerste plek behaalde in zijn klasse en best of show werd uit 170 katten op de Portland show in 1911. Tot rond 1915 werden de langharige Amerikaans en geimporteerde Engelse katten nog met een aparte herkomst vermeld in verschillende stukken. Hierna gingen de Maine Coons letterlijk samen op in een langhaar bestand met de Engelse dieren.

Vanaf die tijd was de Maine Coon vrijwel vergeten en bleef het houden van het aparte ras Maine Coons beperkt tot het gebied waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen. Echt fokken werd er ook niet meer gedaan, de stambomen werden niet meer bijgehouden en het ras hield zichzelf in stand als huiskat en boerderijkat. Op een enkele fanatieke liefhebber zag men ze bijna niet meer op de shows. En als ze al getoond werden dan was het onder de categorie AOV (any other variety wat vertaald elke andere variatie is). In het CFA-jaarboek van 1959 werd zelfs beweerd dat de Maine Coon zou zijn uitgestorven.

In 1953 werd de Central Maine Cat Club (CMCC) opgericht door Alta Smith en Ruby Dyer met als doel om de Maine Coon, het enige authentieke Amerikaanse ras, weer in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen. De 11 jaar die volgden sponsorde de CMCC een gecombineerde kattenshow met een tentoonstelling van katten foto's. De eerste kattenshow werd gehouden in Skowhegan in Maine. Hoewel er veel andere raskatten aanwezig waren, was er nu weer veel belangstelling voor de vergeten Maine Coon. De CMCC stelde een rasomschrijving op en begon met het registreren van de katten en het bijhouden van een stamboek. In 1963 was de CMCC zodanig groot geworden dat alle locale ontmoetingsplekken te klein werden. De organisatie werd te groot om zijn amateuristische status te behouden en werd opgeheven. Maar inmiddels hadden ze wel heel wat bereikt en het belangrijkste, de mensen wisten weer dat de Maine Coons bestonden.

In 1968 werd deze vereniging opgevolgd door de Maine Coon Breeders and Fanciers Association (MCBFA), welke tot op heden nog steeds bestaat. Deze vereniging had als doel de Maine Coon weer een erkend ras te maken en het ras zo houden als het in de natuur ontstaan was. Deze vereniging zorgde voor de erkenning van het ras Maine Coon bij alle Amerikaanse kattenverenigingen. De CFA gaf pas in 1976, als laatste, toestemming voor de erkenning. Dat het zo lang geduurd heeft voor de CFA het ras opnieuw erkende is eigenlijk wel apart, aangezien de vereniging het ras in 1908 reeds erkend had. Omdat er in het begin maar een tiental Maine Coons geregistreerd waren, was dit niet voldoende voor een goede basis van de fok. Hier waren meer Maine Coons voor nodig.

Tot 1983 was het CFA stamboek open en was het mogelijk om zogeheten 'Foundation' katten in te schrijven. Dit waren katten die eruit zagen als Maine Coons maar gewoon op de boerderijen gevonden werden en niet eerder ingeschreven waren. Als hun nakomelingen voldeden aan de eisen van een echte Maine Coon, konden ze officieel ingeschreven worden. Was dit niet het geval dan werden de katten en het nageslacht gecastreerd. Na 1983 kon een Maine Coon uit onbekende (niet-ingeschreven) ouders dus niet meer geregistreerd worden als een Maine Coon, ook al voldeden ze perfect aan de rasstandaard. Een van de oudste geregistreerde lijnen is de Dirigo-lijn. Doel van deze lijn was de geharde en sterke Maine Coon in de showstandaard te verwerven.

Op de eerste shows waar de Maine Coon weer mee deed als ras kwamen ze ook voor het eerst weer de inmiddels aardig veranderde nauwe verwanten tegen. Namelijk de afstammelingen van de langharige katten, de geimporteerde Engelse katten en een aantal van de Amerikaanse langharen waarmee samen is doorgefokt als een hetzelfde ras. Deze waren inmiddels zo doorgefokt tot het de uiteindelijk Pers is geworden zoals we die nu kennen.
 
Nederland
In 1976 werd de Maine Coon in Europa geintroduceerd. Condit (cattery Heidi Ho) en Robbins (cattery Gemutilichkatze) waren beiden in het Amerikaanse leger gestationeerd in West-Duitsland. Condit en Robbins brachten hun Maine Coons mee naar Duitsland, waar ze op een Duitse tentoonstelling van de 1.DEKZV voor het eerst geshowd werden en voor veel belangstelling zorgden. In 1982 erkende de FIFe (Federation Internationale Feline) de Maine Coon als kattenras in Europa, welke op 1 januari 1983 officiëel in ging.

Nederland volgde na Europa relatief al snel met de import van Maine Coons. Tot 1983 waren de Maine Coons zo goed als onbekend in Nederland en maar heel weinig op FIFe-shows te zien geweest. Begin jaren 80 introduceerde de familie Helder (Cattery Baslatan) als eerste dit ras in ons land. Op de shows in Nederland waren ze toen nog (bijna) nooit niet te zien, met uitzondering van een show in Den Haag waar 3 Maine Coons aanwezig waren met hun Duitse eigenaren. De eerste Maine Coon kwam in 1982 en in 1983 volgden er nog drie. Ze hielden contacten met enkele van de eerste fokkers sinds de jaren 40 en kregen zodoende veel informatie over het nog nieuwe ras in Nederland. In de loop der jaren is er veel werk verzet om de Maine Coon in Nederland bekendheid te geven. Dit is erg goed gelukt, want nu zijn er honderden Maine Coon cattery's in Nederland en is deze ook erg goed vertegenwoordigd op de kattenshows en inmiddels een van de grotere rassen.
 
 
Karakter
 
De Maine Coon is heel prettig in de omgang. Hij heeft meestal een prettig humeur, is intelligent, vriendelijk en verdraagzaam bij mensen en andere huisdieren. Ondanks dat hij soms wat verlegen overkomt, is de Maine Coon op hogere leeftijd nog speels en vindt het heel fijn om aandacht te krijgen.

Wanneer ze naar buiten mogen, worden ze al gauw goede jagers worden, omdat het hele goede springers zijn.

Verder hebben ze een groot zelfvertrouwen, zijn slim en hebben een open karakter wat een Maine Coon tot een goede familie kat maakt.

Wat is het verschil in karakter van een poes en een kater? Elke kat is natuurlijk een individu met zijn eigen karaktertrekken, maar er zijn bepaalde trekjes die meer bij een het ene geslacht voorkomen als bij het andere.



Poes
De poezen zijn goede moeders en zijn daardoor ook alerter dan katers.

Over het algemeen is een poes toch wat gereserveerder als een kater. Ze zijn wel gewoon lief en aanhankelijk maar toch wat meer gereserveerd. Ook zijn de poezen meestal wat sneller humeurig, wat natuurlijk ook door de hormonen komt. Het schijnt dat vooral als de poes aan de pil is ze geregeld slechtere buien hebben.

Daarentegen zijn ze vaak beter in het zichzelf wassen en schoonhouden, waardoor je minder vaak hoeft te helpen bij de vacht verzorging. Maar ze kletsen dan ook wel weer meer dan katers en voelen zich eerder beledigd.



Kater
De katers zijn meestal ondernemender en daardoor ook wat ondeugender. Ook zijn vaak relaxter en liever dan de poezen. Hierdoor zijn ze ook veel knuffeliger, wat sowieso beter kan aangezien ze ook een stuk groter worden.

Door hun afmetingen en karakter komen ze ook wat stoerder over als de poezen. Nadeel is wel weer dat ze zichzelf minder goed schoonhouden en je dus wat vaker zult moeten helpen met de vacht verzorging.



Gedrag
 
Een van de leuke dingen van een kat is dat hun gedrag vaak onvoorspelbaar is en ze maar een beetje doen waar ze zelf zin in hebben. Vanwege hun nieuwsgierigheid zullen ze, als je er niets tegen doet, bijna overal wel eens bijkomen. Aangezien het gedrag er kat afhankelijk is, zijn er dus ook heel veel verschillende vreemde dingen die een kat kan doen.                          
 
Buiten dat de Coon in vaak de raarste houdingen ligt en zit, vaak als een hond, vertonen ze vaak nog veel meer apart gedrag. Hieronder is een verzameling van wat algemeen apart gedrag waar meestal redelijk wat Maine Coons last van hebben en hoe bepaalde dingen zijn af te leren voorkomen.
 
Afleren
Zelfs een kleine lieve schattige kat heeft hele scherpe nageltjes. En de kans is groot dat ze deze zetten in planten of meubelen wat je eigenlijk niet wilt hebben. Behalve dat wil je misschien niet dat de kat op een bepaalde tafel komt. Op welke manier kan je dit het beste afleren.

Vele gebruiken een plantenspuit en dat werkt erg goed. Je krijgt echt geen angsthaas als je de plantenspuit gebruikt, zolang je het maar zo doet dat de kat begrijpt dat hij iets doet wat niet mag. Stel, je zou de kat natspuiten terwijl hij gewoon uit zijn bakje aan het eten is, dan schept dat verwarring. Verwarring wordt onzekerheid en onzekerheid wordt angst.

Als je geen plantenspuit wil gebruiken kun je het ook proberen met een blikken trommel met wat muntjes erin, als ze iets doen wat niet mag , schudden met dat blik. Of natuurlijk een eigen oplossing wat de kat niet fijn vindt en wat je normaal gesproken niet (vaak) gebruikt.

Wat in ieder geval verstandig is, is op moment dat een poes iets doet wat niet mag heel duidelijk en op een boze toon ''NEE'' te zeggen (of "NIET doen" als nee veel lijkt op de naam van de kat bijv. May) en vervolgens de plantenspuit pakken of het andere wat je gebruikt. Na verloop van tijd zal je vaak al wel genoeg zijn om enkel ''NEE'' te zeggen.

Wat ook kan helpen is pepermunt of eucalyptus olie. Je smeert met je vinger gewoon hier en daar op het voorwerp waar je kat niet van af wil blijven wat en vanwege de 'vieze' geur zal de kat er hopelijk uit de buurt blijven. Wel erna goed je vingers wassen anders gaan ze die ook vies vinden. Bijkomend voordeel is dat je hele huis fris gaat ruiken.

Wanneer je maar duidelijk voor de kat bent en dus niet de ene keer er niets aan doen en de andere keer wel, zal deze het na verloop van tijd wel afleren. Maar let er wel op dat ze de streken nog wel soms uit halen als jij het niet kan zien.
 
Water
Iets wat je misschien niet zo gauw zou verwachten van een kat, is dat aardig wat Maine Coons juist dol op water zijn.

Helaas is dat is sommige gevallen erg lastig. Bij elke waterpot die er staat is het dan hetzelfde liedje, of hij gaat er gewoon in liggen, of hij trekt hem omver, of hij slaat met zijn poot in het water. Een waterpot ofzo kun je dan natuurlijk nog wel uit je huis laten, maar dan blijft altijd nog de drinkbak van de kat over, waar sommigen zich leuk mee weten te vermaken. De waterbakjes worden dan vakkundig leeggemept, wat gelijk ook het risico meebrengt dat ze dan niet genoeg water kunnen drinken.

Een echte oplossing om het af te leren lijkt er ook niet te zijn, want straffen met een plens water zullen ze waarschijnlijk juist leuk vinden. Dus vooral veel handdoeken in voorraad hebben en veel dweilen. Of er een grotere bak onder zetten die nat mag worden, bijvoorbeeld een lekbak van de wasmachine.
 
De badkuip of een wasbak is voor die katten natuurlijk geweldig om in te spelen. Als er nog een laagje water op de bodem ligt kunnen ze zich lekker uitleven zonder dat ze al te veel nat spetteren.

Maar het zal heel erg van de kat zelf afhangen, de een heeft een hekel aan water de ander niet. De een gaat alleen water uit de kraan drinken en met de straal spelen en de ander kan niet van zijn drinkbakje afblijven.

TV
Hoewel men zegt dat katten geen tv kunnen zijn zoals wij dat kunnen, blijkt het voor sommige katten toch buitengewoon interessant. Velen hebben zelfs hun favoriete programma's.

Vooral de natuurprogramma's blijken goed te scoren. Sommigen proberen een vogel te vangen die ze voorbij zien vliegen en gaan hem dan zoeken achter de TV, wanneer deze uit beeld is gevolgen. Anderen blijken weer vooral te kijken naar grote katachtigen waaronder de brullende leeuwen. Een kat geeft een spinnende kat uit een reclame zelfs kopjes.
 
Ook sportprogramma's blijkt interessant te zijn, zoals het skieen, voetbal, motorrace en Formule 1. Waarbij ze dan de mensen proberen te vangen of de bal. Een nadeel kan wel weer zijn dat ze voor de tv en sensor gaan staan waardoor je zelf niet alles meer kunt zien of de afstandsbediening niet meer kunt gebruiken.

Hoewel dus sommige katten tv kijken of zelfs alles mooi vinden, zullen de meesten niet zoveel op de tv uitdoen. Al zijn er wel bepaalde geluiden of beelden van vooral katachtigen of vogels, muizen etc., die de aandacht trekt van katten die anders er niet wat op uit doen.
 
Dol
Je zult het ongetwijfeld wel kennen, zo af en toe hebben de katten een dolle bui. Dan racen ze door de kamer of achter elkaar aan op volle snelheid door een kattenluik. En natuurlijk lappen ze dan veel regels aan hun laars en rennen ineens over tafels waar ze normaal niet op mogen en gaan. Als ze even stilzitten en je een paar stappen in hun richting doet rennen ze snel een stuk weg. Hoewel ze normaal ook altijd vrij voorzichtig zijn, is de kans nu groot dat er een pot of iets zal gaan sneuvelen, vooral als je meerdere katten hebt die achter elkaar aan rennen. Gelukkig is het meestal maar van korte duur en liggen zijn ze na een aantal minuten uitgeteld.
 
In de weg
Het is natuurlijk erg leuk dat de katten je zo vertrouwen dat ze achter je aan lopen. Maar dit is ook meteen een probleempje, vooral als je meerdere katten rond hebt lopen.

Je doet een stap achteruit, struikelt over de kat die natuurlijk net voor je voeten uit de verkeerde kant opvliegt en daardoor bijna vertrapt. Vooral als je haast hebt en niet zo goed oplet wil het nog wel eens zo zijn dat je kat vrolijk naar je toe komt lopen en je dat niet in de gaten hebt. Maar let vooral op in het donker 's avonds, want dan willen ze je ook nog wel een volgen zonder dat je het merkt.

Ook kan het erg lastig zijn als je bezig met de computer en dan gaat ineens de kat over je armen liggen, zodat je niet meer kunt typen en/of de muis kunt besturen.

Wat misschien nog lastiger is en vaak voor zal komen is dat je bijvoorbeeld een tijdschrift of boek leest die je op je benen hebt gelegd of op een tafel. Op de een of andere manier gaan ze dan bijna altijd precies op dat tijdschrift of boek liggen wat je aan het lezen bent. En dan is het ook nog eens zo dat je vaak eigenlijk de kat, die weer eens bij je komt liggen, niet ervan af wilt halen en rustig wilt laten slapen. Hetzelfde geldt als je eigenlijk nodig naar de wc moet of weg wilt en de kat op je ligt te slapen je die eigenlijk niet wilt storen en daardoor maar wat langer blijft zitten.
 
Stofzuiger
Door het vele lawaai dat een stofzuiger normaal maakt schijnen bijna alle katten er bang voor te zijn en er op een afstand van te blijven. Zeker als je er door een speciale borstel ook nog eens een raar geluid uit komt is de kans groot dat ze allemaal als een idioot de kamer uitvluchten als je met de stofzuiger er aan komt.

Maar blijkbaar zijn er ook een paar modellen met juist een tegenovergestelde werking. Iemand had een nieuwe stofzuiger gekocht en ze eerst even aan het ding laten snuffelen toen hij nog uit stond om ze niet gelijk helemaal bang voor dat ding te laten worden. Na het aanzetten bleven zowaar in dezelfde kamer zitten en in eerste instantie was dat natuurlijk erg mooi. Alleen bleek het ook een nadelig effect te hebben bij het stofzuigen. De katten moesten gewoon aan de kant worden geschoven, ze zitten met het snoer te spelen en een zat zelfs met de stofzuigermond zelf te spelen door er met 2 poten mee te schuiven.

Kortom het is waarschijnlijk alleen maar handig dat de meeste katten uit de buurt van de stofzuiger blijven.
 
kabels
Hoewel vooral knaagdieren er om bekend staan, schijnen ook sommige katten niet van kabels af te kunnen blijven. Buiten dat het niet prettig is als ineens de kabel van je geluidsapparatuur wordt doorgebeten is het natuurlijk ook erg gevaarlijk voor de kat zelf. Zeker als ze gaan bijten op kabels waar 220 volt op zit, moet je er niet aan denken wat er gebeurt als ze er doorheen bijten.

Om de kabels wat extra te beschermen schijnt het vaak te helpen om de kabels te voorzien van een extra hoes. Zogenaamde kabelverslinders blijken goed te helpen. Wat blijkbaar ook een mogelijkheid is, is een douche slang om de kabel heen doen, wat natuurlijk niet zo makkelijk gedaan is als een kabelverslinder.
 
 
Haren
Natuurlijk weten we allemaal dat een kat zichzelf wast, maar soms ben je zelf ook aan een wasbeurt toe.

Vooral wanneer ze zichzelf aan het wassen zijn en je hoofd toevallig in de buurt is, wil het nog wel een zo zijn dat je een bezitterige poot op je hoofd gedrukt krijgt met de nagels uit. Wat gelukkig niet zo erg pijn doet. Hierna volgt een tong die een gedeelte van je haar gaat schoon likken.

Hoewel het natuurlijk mooi is dat de kat je beschouwt als een andere kat en je wil likken, zal niet iedereen daar van gediend zijn. Normaal gesproken zal het voor de kat zelf niet schadelijk zijn, maar als je haar geverfd is of je hebt een bepaald gel of haarlak in, kan het giftig zijn voor de kat. Maar over het algemeen zijn het voor katten niet de lekkerste geuren en zal deze er dan ook minder gauw aan zitten.
 
Planten
Voor sommige katten zijn de planten in je kamer erg interessant en kunnen ze er niet afblijven. Dit is vooral vaak het geval bij sprieterige planten die veel weg hebben van grassprieten. Om dat te voorkomen is het vaak voldoende om een pot met kattengras beschikbaar voor de katten te hebben. Want door het eten van kattengras kunnen ze namelijk beter hun haarballen kwijt, wat de reden is dat ze veel aan zulk soort planten zitten.
 
Een andere oplossing om de kat uit de plantenbak te houden is de aarde te bedekken met iets wat ze niet fijn vinden. Dennenappels zijn puntig en zitten daardoor moeilijk en helpen dus vaak goed, al moeten ze dan niet ontdekken dat ze er ook leuk mee kunnen spelen als ze ze er uit gooien. Wat ook schijnt te helpen is een stukje tapijt/kunstgras er in te leggen, tot ze door hebben hoe het eruit te wippen. Ook een idee is om koffieprut in de plantenbakken te stoppen, wat ze blijkbaar ook niet prettig vinden.